Zonder zwart geen wit
En zo trad ik donderdag 14 april 2022, de Bevrijdingsdag van Zwolle, in de voetsporen van mijn ouders.
Talloze, talloze jaren geleden vertelden mijn ouders op lagere scholen rond deze tijd van het jaar. Over hun bijdrage aan het verzet in de Tweede Wereldoorlog. In hun bezit en ter illustratie een later door mijzelf gevonden ‘affiche’ met daarop in sierlijke, handgeschreven, grote, oranje letters ‘Binnenlandse Strijdkrachten’. In mijn fantasie hadden ze de oranje band met daarop de letters BS (die ze hebben bewaard) allebei om hun arm. En zat ik in diezelfde droom in de klas.
Het bijzondere is dat mijn ouders nooit hun zes kinderen hebben verteld dat ze dit deden. Net zo min als ze vertelden over de oorlog zelf. Een kenmerk van die eerste generatie.
Dus; donderdag 14 april 2022. Locatie: Pilotenlaan Zwolle. Het monument ter nagedachtenis aan de ingezetenen van het in de nadagen van de oorlog in de directe omgeving neergestorte vliegtuig. Het monument is geadopteerd door de nabijgelegen basisschool De Octopus. Sinds jaar en dag verzorgen zij de herkending op deze locatie, op deze dag.
Iets voor 9 uur. Strakblauwe lucht. Een enkele buurtbewoner, een enkele ouder, groep 7 en 8 van de basisschool. Juf Annette. Een aantal veteranen. De wethouder. En Mihlan. Hij is een van de leerlingen die een zelfgeschreven gedicht voorleest.
Zwart-wit
als alle bladeren van de boom vallen,
welk blad valt dan niet?
als alle levens vallen
welke dan niet?
het leven dat hoop houdt
hoop, een woord
maar duizend betekenissen
soms heb je zwart nodig
om wit te krijgen
zonder wit is er geen zwart
zonder zwart is er geen wit
niks is zwart
en niks is wit
Het jongetje is tien jaar. In gedachten sta ik paf. Met een nadrukkelijke link naar de oorlog in Oekraïne. En hoe toevallig kan het zijn? Een van de nabij Zwolle gesneuvelde piloten was afkomstig uit het land dat nu in oorlog is. En hoe mooi kan het zijn. Hij wordt vandaag speciaal herdacht met een boeket bloemen. De anderen met vele rozen.
De Last Post klinkt. Het Wilhelmus. Een minuut stilte, waarbij er altijd wel een merel is die fluit.
Op naar de basisschool zelf. Samen met Nannie mag ik tegenover kinderen uit groep zeven en acht vertellen over de oorlog. Ik over mijn ouders. Nannie over haar indrukken die ze als kind (van 6-11 jaar) in de oorlog heeft meegemaakt. Voor Nannie is het de 10e keer dat ze aanschuift, voor mij is het de vuurdoop.
Wie begint? Vraagt juf Annette.
Ik! Zegt Nannie. Ze vertelt. Dat ze als kind heeft gestolen van de Duitsers. Een radio. Dat ze het relatief goed heeft gehad in de oorlog. Maar dat ze haar ouders altijd herinnert uit die tijd met angst. Oldenzaal. Boeren in de nabijheid. Echte honger heeft ze niet gekend. Gezien heeft ze genoeg. Dat vlak na de bevrijding bij twee meisjes van een jaar of 15, 16 jaar het haar werd afgeschoren. De twee tieners zelf waren niet fout, hun ouders wel. Teer uitgesmeerd over hun hoofd.
Het verhaal maakt indruk op de kinderen. Met vragen zoals kinderen die vragen.
Teer is toch heel brandbaar?
Ik vertel over mijn ouders. Een fiets met fietstassen ter illustratie voor het werk van mijn moeder als koerierster. Mijn vader en de bankoverval. Ik laat een affiche zien met daarop de beloning van de Duitsers van 1 miljoen voor de gouden tip voor de overvallers. Zou een van jullie die tip geven wanneer je iets wist? Aarzeling. Maar nee.
Dat mijn ouders verliefd waren. Mijn vader die ondergedoken zat. En brieven schreef aan zijn vriendin, mijn latere moeder. En een liefdesgedicht. In oorlogstijd.
Het recent verschenen boek. De juf had vooraf verteld over het boek, De grootste bankoverval uit de oorlog. Dat ik bij de herdenking aanwezig ben. Als kind van ouders uit het verzet. Een kind steekt de vinger in de lucht. Mijn vader heeft het boek ook. Het voelt bijna als onwerkelijk.
Een groepje kinderen verzamelt zich rond Nannie. Haar kettinkje met zilveren dubbeltjes trekt de aandacht. Een cadeautje van haar vader. In de oorlog. Het is een bijzondere gedachte. De kinderen zijn nu net zo oud, als dat zij in de oorlog was. Een oorlogskind.
Bij mij is er interesse voor de voedselbonnen. Zijn die echt? Zeker. Boter, brood, aardappelen.
Het uur vliegt voorbij. Wat is dit leuk en bovenal dankbaar om te doen. En wat wil ik dit graag.
Op weg naar huis denk ik aan het moment dat ik flink wat jaren terug aan mijn moeder vroeg waarom ze bij scholen langs gingen om te vertellen over het verzet. Dit keer hoefde ze daar niet lang over na te denken: opdat we niet vergeten.