Opdat we niet vergeten

Mijn vader en moeder hebben allebei deelgenomen aan het verzet in WO II (’40 – ’45). Mijn vader als lid van de knokploeg Almelo, mijn moeder als koerierster. Mijn tante (van wie ik decennia later ontdekte dat het mijn tante niet was) was bij het verzet betrokken via haar man William, die met zijn zaak in Zwolle een vast contactadres was voor het verzet. 

Mijn ouders behoorden tot de klassieke 1e generatie van WO II. In die zin dat ze nooit iets vertelden over de oorlog, laat staan hun bijdrage aan het verzet. Daar wilden ze hun zes kinderen (van wie ik, Henk, de jongste ben) niet mee belasten, zo is de latere interpretatie. Terwijl ze, zo begrepen wij later als kinderen, wel op scholen vertelden over de oorlog, het verzet, de gevolgen. Desgevraagd luidde hun motivatie: ‘opdat we niet vergeten’. 

Decennia later heeft de geschiedenis van mijn ouders en die van mijn tante zich meer en meer gevormd. Aan de hand van documenten, archieven, het internet en spaarzaam uit hun eigen mond. Het zijn stuk voor stuk bijzondere verhalen. Over een periode die onuitwisbare sporen heeft nagelaten in hun leven en dat van vele anderen, waaronder dat van mij. De verhalen zijn schokkend, spannend, ontluisterend, maar ook romantisch. En ronduit de moeite waard om te blijven vertellen. Zo uniek als ze zijn, zo generiek zijn ze. En herkenbaar. Voor onze ouders en overgrootouders. 

Desgevraagd luidde de motivatie van mijn ouders om deel te nemen aan het verzet; ‘dat deed je gewoon’. Nou ja, ‘gewoon’. Voor het herwinnen van de vrijheid van Nederland, van de onderdrukte medemens. Voor vrijheid en democratie. Nu al weer 75 jaar. Een periode en bijdrage die we nooit mogen vergeten.