‘U was een beetje ontroerd, hé meneer? Toen het over uw moeder ging.’ De observatie na de gastles is afkomstig van de op het oog grootste belhamel van de groep 7. ‘Dat heb je goed gezien’, zeg ik.

‘Die moeder van u; wat was die stoer! Ik had dat nooit gedurfd.’ Een hart onder mijn riem van een klasgenoot, als blijk van waardering dat mijn moeder met gevaar voor eigen leven rondfietste als koerierster. ‘Ze zijn niet vaak zo lang achtereen stil.’ De leerkracht.

Gastlessen over de bijdrage van mijn ouders aan het verzet in WO II. Dit jaar voor mij als het eerst. Als verteller verbonden aan het Herinneringscentrum Westerbork. Over de oorlog. Over nu. ‘Het thema houdt de leerlingen flink bezig’, zegt iedere leerkracht. En dat blijkt, elke keer. En die leerlingen zijn niet zonder zorgen. Dat in de stad recent anti-semitische leuzen op een muur zijn geklad, heeft indruk gemaakt op een jongen. ‘Ik denk dat het te maken heeft met de oorlog in Israël’, is zijn eigen verklaring. ‘Ik denk dat je gelijk hebt’. ‘Leeft Hitler nog?’ Dat meisje kan ik in elk geval geruststellen.

Dat mijn vader een bank heeft overvallen, spreekt tot de verbeelding. De Duitsers loofden een beloning uit van een miljoen gulden voor de gouden tip naar de overvallers. ‘Wat zouden jullie doen wanneer je wist, waar ze zaten?’ Behalve de beleefd wenselijke reactie, steekt een meisje de vinger in de lucht. ‘Ik zou het vertellen.’ ‘Ok, waarom?’ Antwoord; ‘het geld’. Wat een eerlijk antwoord. Dat zes andere direct betrokkenen bij de overval ‘de hoogste prijs hebben betaald voor de vrijheid’, oftewel van uitputting zijn omgekomen in een kamp in Duitsland, laat een diepe indruk achter.  

Net zo bijzonder als de les zelf, is het kwartiertje na afloop. Wanneer de leerlingen de meegenomen spullen uit de oorlog kunnen bekijken, de nalatenschap van mijn ouders. Met name de één op één ontboezemingen maken op mij een diepe indruk. Zoals die van de belhamel. ‘Mijn oma heeft mij één keer vastgehouden.’ Een jong meisje: ‘Mijn vader is ook aan een hartaanval overleden.’ Ach lieverd, denk ik. Mijn vader was zoveel ouder dan die van jou. Een leerling heeft tekeningen gemaakt tijdens de presentatie. Ik herken de fragmenten stuk voor stuk. Hij wil later striptekenaar worden. En ook: ‘Meneer, mag ik een foto maken van de liefdesbrief van uw vader aan uw moeder?’

Na de laatste gastles loop ik via het schoolplein naar de auto. Opnieuw moeten de indrukken een plek krijgen. De leerlingen die ik net het verhaal van mijn ouders heb verteld, zijn buiten. Even de gedachten verzetten. Zeventien kinderen, leeftijd 10–11 jaar. Net als mijn dochter Fien.

En dan klinkt het in koor; ‘3, 2,1: jippie !!!’

Ik draai me om, lach en zwaai. Het idee dat ik aan het eind van de les deelde, is kennelijk geland. ‘Wanneer je vanmiddag lekker aan het spelen bent, denk dan 1 keer; ik leef in een vrij land. Ik mag zijn wie ik ben. Worden wie/ wat ik wil. En roep dan heel hard; jippie!!’

Vijf gastlessen op een rij. In alles overtroffen ze mijn verwachtingen. Was is dit bijzonder en dankbaar om te doen. Vooral voor leerlingen van deze leeftijd. Met een heel leven voor zich. Tegelijk niet zonder scherpe randjes, kleinere en grote deukjes. Maar toch: vier het leven. Vier de vrijheid.

En vrijwel per les groeide het verdere besef van de invloed van de oorlog op en de omvang van het trauma van mijn ouders. En dat ze dit tot het einde van hun leven met zich hebben meegedragen. De hoge prijs die ook zij hebben betaald voor de vrijheid. Niet de hoogste, maar toch. Wat ben ik ongelofelijk trots op ze. Net als Fien op haar opa en oma.  

Volgend jaar herdenken we en vieren we 80 jaar bevrijding. Hoe bijzonder is dat! # HerinneringsCentrum… ‘fence me in’. Landelijk Steunpunt Gastsprekers

#opdatwenietvergeten #vrijheidisnietvanzelfsprekend #ookeengastlesopjouwschool? #jippie